Nepal; opnieuw cultuurshock!

30 mei 2018 - Kathmandu, Nepal

25-05-2018

Namasté!

Na twee vluchten - 6 uur in totaal - en een overstap in Kuala Lumpur - 6 uur in totaal - was ik 's avonds laat in Kathmandu. Na wat formaliteiten (visum regelen) op het niet zo imponerende vliegveld werd ik buiten opgewacht door Manon. Ze had een krans van oranje bloemen voor me meegenomen, hier een symbool voor een goede reis of een warm welkom. We sliepen deze week in de guesthouse waar Manon sinds januari al had gewoond in Patan, een stad die in de loop der jaren vergroeid is met Kathmandu.

26-05-2018

Geen tijd om uit te rusten, we gingen de dag erna meteen een weekendje erop uit. In de ochtend spraken we nog af met Mari, de Finse vrouw die in Lissabon woont die ik in Afrika heb ontmoet. Zij was in Zimbabwe eerst naar India gevlogen en had uiteindelijk in Nepal vrijwilligerswerk gedaan op een school. Zij zou dezelfde avond terugvliegen naar Portugal maar zo'n unieke kans om elkaar te zien moet natuurlijk worden benut!

Daarna pakten we een lokale bus naar Dhulikhel. 'Lokale bus' wil zeggen; erg goedkoop (€0,40 pp) maar wel 2 uur met je knieën tegen de stoel voor je gedrukt zitten. De Hindi-muziek die nonstop en erg luid werd gedraaid in het busje zorgde naast het fysieke ongemak voor de mentale marteling (geintje). Vanuit Dhulikhel wandelden we tussen de gebedsvlaggetjes en kleine nederzettingen door naar het Thrangu Tashi Yangtse klooster in Namobuddha. Manon was daar al een aantal keer geweest om de drukke en vervuilde stad te kunnen ontvluchten in het weekend. Het klooster vangt jongens uit (vooral) arme gezinnen in de regio op, die daar maaltijden en een opleiding krijgen. Je kan er overnachten in een guesthouse en eten in dezelfde ruimte als de monniken, naast het bijwonen van de diensten. Interactie met de monniken is niet mogelijk maar het is een heerlijk plekje om even te onthaasten. De dienst die we in de ochtend bijwoonden was... anders dan ik verwacht had. De monniken zeiden mantra's onder begeleiding van een trommel en het getoeter van een soort klarinetten. Al met al een bijzondere ervaring.

28-05-2018

Manon moest nog haar laatste dagen op haar vrijwilligersbaan afronden, dus ik had tijd om mezelf te vermaken. Ik ging naar de Swayambhunath stupa, een grote boeddhistische stupa die hoog boven de stad uitstak. Volgens een legende was de Kathmandu vallei ooit bedekt door een meer, waaruit een lotus groeide. Nadat het water wegvloeide ontstond op de plek van de lotus de huidige stupa. In werkelijkheid is het in de 7e eeuw gebouwd en nu een belangrijke plek voor hindu's en boeddhisten. Op de witte koepel rust een kubus waarop de ogen van Boeddha geschilderd zijn. Verder op het complex zijn tempeltjes te vinden en kleine stenen stupa's ter ere van overledenen. Het is verplicht om klokwijs om de stupa heen te lopen, waarbij je de Tibetaanse gebedsrollen kan laten draaien om de gebeden de wereld in te slingeren. Verder wordt de heuvel bevolkt door talloze heilige aapjes.

29-05-2018

Ik had nog een dag vrij, dus ik liep naar Patan Durbar square, met voornamelijk hindustaanse bouwwerken. Het plein is niet groot, maar stond vol met tempels en paleizen gebouwd door generaties aan heersers. De architectuur en het houtsnijwerk was erg indrukwekkend. Sommige gebouwen stonden echter wel in de steigers met een hek,er omheen. Toen mijn oog viel op een bord dat op een van de hekken bevestigd was schrok ik me dood; er waren twee foto's op te zien, een van het gebouw in 2008 en een in 2015, na de verwoestende aardbeving. Er was niet veel meer van over dan een grote stapel bakstenen. Dat ze desondanks weer halverwege het herbouwen waren, vond ik erg indrukwekkend...  

30-05-2018

Manon was klaar met haar werk dus we konden er samen op uit. Ze wilde me graag Pashupatinath Tempel laten zien, een complex gelegen aan de Basmati rivier waar Hindu's hun overledenen cremeren. De Tempel, een van de belangrijkste voor Hindu's, is voor niet-Hindu's niet toegankelijk. Hoe morbide een dergelijke crematieplaats voor westerlingen misschien ook klinkt, er hangt over het algemeen een serene sfeer en het is geen nare plek om te zijn. De Basmati rivier mondt uit in de heilige rivier de Ganges en daarom is het van belang dat overleden Hindu's daar worden gecremeerd. De as wordt namelijk vervolgens in de rivier gestrooid. Er is zelfs een hospice voor rijke Hindu's die hun einde voelen naderen, het lichaam moet namelijk binnen een dag worden gecremeerd na het overlijden, in verband met de wedergeboorte. Toen we aankwamen was een brandstapel aan het branden (dit kan uren in beslag nemen) en werd een andere overledene klaargemaakt voor de crematie. We namen aan de overkant van de rivier plaats en konden het zo op een respectvolle afstand bekijken. Het leek om een oude vrouw te gaan, die nadat ze was gewassen in de rivier zorgvuldig in doeken werd gewikkeld en behangen werd met dezelfde bloemenkettingen als waarmee Manon mij had verwelkomd. In deze context betekenen ze 'goede reis', de reis naar het volgende leven dus. Nadat de rituelen waren afgerond werd het lichaam door mannelijke familieleden op een baar naar de crematieplaats gedragen, iets verderop. Daar liepen ze eerst drie rondjes met de klok mee voordat ze het lichaam neerlegden en de oudste zoon de brandstapel bij de mond van de overledene kon aansteken. Omdat de zoon dit moet doen, is de geboorte van een jongen een belangrijke gebeurtenis in het leven van een Hindu. Bij gebrek aan een zoon moet een priester hiervoor worden betaald. Dat in zo'n geval een dochter niet volstaat, vind ik toch een beetje lastig te accepteren...

De crematieplaats is een plek van veel tegenstrijdigheden, wat het eigenlijk wel mooi en bijzonder maakt. Leven en dood spelen zich direct naast elkaar af. Waar een lichaam wordt verbrandt zit een paar meter verderop een vrouw gehurkt bij de rivier om zich met het heilige water te besprenkelen. Toeristen mogen tegen betaling naar binnen om het geheel gade te slaan en ondertussen proberen straatkinderen geofferd geld te jatten. Geestelijken bieden aan om tegen betaling je hand te lezen en een straathond drinkt uit de vuile rivier. De hele situatie werd nog bizarder toen er een optocht van tientallen uitzinnige Hindu's om ons heen kwam zitten terwijl ze teksten uit hun heilige boek zongen (dit had Manon ook nog nooit meegemaakt). Het doet je wel nadenken over hoe stijfjes wij in Nederland eigenlijk omgaan met de dood, hoe het afscheid achter gesloten deuren plaatsvindt terwijl het hier als onderdeel van het leven wordt behandeld. De wetenschap dat je geliefde snel opnieuw zal incarneren biedt geen volledige troost; dat bleek wel uit een andere crematie die verderop aan de gang was. Een vrouw uit het gezelschap huilde zo hartverscheurend dat wij er ook aangedaan van waren. 

Op loopafstand van de crematieplaats bevond zich Boeddhanath stupa, die erg leek op de stupa die ik twee dagen eerder had bezocht. Deze was echter omringd door leuke winkeltjes en eettentjes. Het is handig om met Manon (inmiddels een local) op stap te gaan; zij weet alle leuke plekjes te vinden.

===============

Mijn eerste indruk van Nepal was dat het toch wel erg leek op Vietnam. Waar ik eerst dacht dat het erg anders zou zijn, omdat dat immers bij China lag en dit grensde aan India, zag ik in eerste instantie vooral de overeenkomsten. Het verkeer is chaotisch, mensen rochelen en spugen, vrouwen lopen in klederdracht die me aan de bergvolken in noord-Vietnam deden denken... later vielen me vooral de verschillen op. Hoe Vietnam (ongeveer mijn enige referentie wat betreft Azië) al stukken beter ontwikkeld is, de wegen er beter zijn, roetfilters in Nepal blijkbaar nog niet zijn uitgevonden... Langzamerhand leerde ik ook kennen wat Nepal uniek maakt. De combinatie van Hinduisme en Boeddhisme, het feit dat de wegen zó slecht zijn dat veel (berg)dorpjes lastig te bereiken zijn, waardoor de tijd lijkt te hebben stilgestaan. Waar er soms geen stroom is, vaak geen kraan, meestal alleen een hurk-wc en bijna altijd geen douche. Waar het krijgen van zoons erg belangrijk is maar waardoor de positie van vrouwen vaak niet makkelijk is. Waar plastic afval iets is om achteloos op de grond te gooien, maar ook waar iedereen je met een vriendelijk 'Namasté' zal groeten. Eerst leek Vietnam zo 'anders', maar hier ervoer ik opnieuw flinke culture shock. Aan sommige dingen zal ik nog moeten blijven wennen en misschien gebeurt dat wel nooit, maar ik ben benieuwd wat dit land me nog meer te bieden heeft.

1 Reactie

  1. Petra ten Veen:
    7 juni 2018
    Ontroerend en geweldig om jouw reisverslag te lezen. Elke situatie die je meemaakt is zo beeldend beschreven dat ik ook jouw reis beleef als ik je verhaal lees. Reis, en schrijf verder. Liefs